Het is erg, natuurlijk is het erg. De vergeten hongerramp in Zuid-Sudan, de vluchtelingen uit Syrië en de straatkinderen in Bolivia.
Vroeger had je Frits Bom. Die vroeg mensen aan te wijzen waar bijvoorbeeld Oostenrijk lag. Vol ongeloof zaten kijkers dan voor de tv en zagen zij hoe de persoon in kwestie doodleuk Portugal aanwees.
Wie kan Zuid-Sudan aanwijzen op de wereldkaart?
De media zouden er aandacht voor moeten hebben. Sterker nog: het is de taak van de publieke omroep om informatie te geven over alles wat er speelt in de wereld. Aan de luisteraar, kijker en lezer de keuze om de informatie te filteren.
Maar een beetje voorsorteren mag best. Toch komen deze ver-van-mijn-bed-onderwerp bij elke omroep, elke dag, weer voorbij in de vergadering. "Moeten we niet iets met Syrië?"
Ja, we 'moeten' iets met Syrië. Maar we moeten vooral niet vergeten, dat de doorsnee persoon in de trein in Nederland niet op Syrië zit te wachten. Journalisten zijn bovengemiddeld geïnteresseerd en op de hoogte van wat er speelt. De meeste Nederlanders niet.
We maken programma's niet voor elkaar, maar voor de doorsnee Nederlander. Laten we eens uit de tunnel komen in Hilversum.
En neem eens een wereldkaart mee de trein in...